Naar Rome
Kinderen verder helpen is vooral een kwestie van inleven. Je kunt wel een bord hersenvoer opdienen in de hoop dat ze het allemaal naar binnen werken, maar waar de één er van zal smullen en de lesstof keurig in de juiste laatjes zal opslaan, raakt bij een ander de gedachtegang totaal verstopt. Hm, soms maken beeldspraken de boel alleen maar ingewikkelder, maar ik ben nu eenmaal nogal in een metaforische stemming.
Mijn werk als ‘leerpleincoach’ bestaat onder andere uit het inleven in kinderen die ergens op vastlopen. Aan mij om dan een opening in het denkraam te vinden, zodat het weer gaat stromen. Dat pakt soms goed uit en op andere momenten even niet.
Eén van mijn leerlingen is een zeer energiek mannetje van negen jaar. De coaching gaat twee kanten op. Ik help hem in rekenen en spelling, hij leert mij veel in geordendheid. Als mijn tafel weer eens een zooitje is, zucht hij en vraagt: meester, moet ik het weer even opruimen?. Hij houdt van orde en helderheid. Dat heeft hij ook nodig. Bied je hem geen duidelijkheid, dan merk je dat aan zijn gedrag. Dan wordt hij opstandig, gaat muiten en anderen storen. Ik moet hem dus duidelijke en overzichtelijke opdrachten geven. Dan werkt hij het beste en wordt hij gemotiveerd. Ik kan hem geen groter plezier doen hem een werkblad geven, waarbij hij woorden moet ‘sorteren’ en overschrijven.
Maar we gaan het nu over rekenen hebben. Hiervoor moet ik je even een instructie geven. Het gaat over vermenigvuldigen. Wat is dat eigenlijk? In de methode waarmee we werken wordt dit in eerste instantie ‘herhaald optellen’ genoemd. Daarmee bedoelen ze: stel, je hebt drie tennisballen in een zakje. En je zet daar nog twee van die zakjes bij. Dan heb je dus 3 + 3 + 3 tennisballen. Daar zal je het mee eens zijn. Nu is dit hetzelfde als 3 x 3. Volg je me nog? Fijn, dan kunnen we verder. Dat je geen moer hebt aan negen tennisballen als je geen racket hebt, doet er even niet toe.
Ok, mijn mannetje vond dit in eerste instantie lastig, maar snapt dit inmiddels heel goed. Of het nu plantjes, bloembollen, snoepjes of potloden zijn: hij begrijpt dat je groepjes kunt optellen en dat je ook zoveel keer zoveel kan zeggen. En dat dit hetzelfde is. Pure winst.
De basis van de keersommen wordt gevormd door de tafels. Handig als je die kent, dus ook deze rekenaar moet ze leren. De tafel van vijf gaat al aardig goed. Ik kan hem midden in de nacht wakker maken om te vragen hoeveel 7 x 5 is en ik weet zeker dat hij 35 zal zeggen. Vervolgens zal ik worden opgepakt, inbrekende meesters horen in de cel.
Het nadeel van tafels is dat je kan vergeten waarom je ze moet kennen. Dus vandaag was mijn doel om de tafel van vijf betekenisvol te maken.
Met deze gedachte had ik een heel aantal stiften bij elkaar gedaan: 5 rode, 5 blauwe, 5 gele, 5 groene en 5 oranje. Mijn opdracht aan hem was om met deze stiften de som 3 x 5 op tafel te leggen. Jij weet wat ik bedoel: 3 groepjes van 5 stiften met dezelfde kleur. Maar wat deed mijn kleine held? Dit:

Zie je? Hij legt drie stiften links, dan maakt hij van 2 stiften een ‘keerteken’, daarna 5 stiften, vervolgens een 'is-teken' en als antwoord 15 stiften.
Niet wat ik bedoelde, niet wat ik had verwacht. Maar wel een stuk leuker. En nog goed ook!
Conclusie: er zijn meerdere wegen naar Rome. En ook dit mannetje, die totaal zijn eigen tempo heeft en voor wie de geëigende wegen soms niet begaanbaar zijn, zal er ooit komen. Als we hem maar helpen hem zijn eigen weg te vinden. En Rome zal blij zijn met hem!